Tienerangst is iets dat we tot op zekere hoogte allemaal hebben meegemaakt
Gedurende de dag worden we geconfronteerd met verschillende emoties. We kunnen blij, bang, boos, vrolijk, verdrietig, zenuwachtig of somber zijn.
Soms schamen we ons voor iets dat we hebben gedaan, of kijken we op tegen een feestje, en soms weten we zelfs niet waarom we ons gewoon niet lekker in ons vel voelen.
Sommige gevoelens zijn van korte duur, terwijl andere ons hele denken in beslag kunnen nemen. Dat kan lastig zijn! Bijvoorbeeld, wanneer we verliefd zijn, kan dat prettig zijn, maar als we voortdurend piekeren, wordt het een ander verhaal.
Of als een stemmetje in ons hoofd ons dwingt dingen te doen, omdat er anders iets ergs zal gebeuren…
Het ontwikkelen van angststoornissen bij kinderen en jongeren hangt af van een samenspel van beschermende factoren en risicofactoren. Deze factoren kunnen verband houden met de eigenschappen van de kinderen zelf en de omgeving waarin ze opgroeien.
Er zijn verschillende soorten angststoornissen met bijbehorende kenmerken. Deze stoornissen kunnen zich uiten in lichamelijke klachten zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn.
Op cognitief gebied kunnen er klachten zijn, zoals bezorgde gedachten of overmatig piekeren. Daarnaast kunnen er gedragsveranderingen optreden, zoals:
– Verstijven
– Bevriezen
– Huilen
– Het vermijden van angstige situaties
– Opstandigheid en het zoeken naar geruststelling
– Angst voor drukke situaties
– Paniekaanvallen zonder duidelijke aanwijsbare oorzaak
– Angst om geliefden te verliezen
Kinderen met een angststoornis piekeren buitensporig. Zonder duidelijke aanleiding maken ze zich zorgen over zaken zoals gebeurtenissen in de wereld, huiswerk, schoolprestaties, vriendschappen, ziekten of de mogelijke echtscheiding van hun ouders.
Ze kunnen hun angstige gedachten niet stoppen, slapen vaak slecht en vragen vaak om geruststelling van hun ouders of verzorgers.
Bij een paniekstoornis ervaren kinderen regelmatig paniekaanvallen zonder een duidelijk aanwijsbare oorzaak.
Deze aanvallen kunnen gepaard gaan met symptomen zoals een versnelde hartslag, zweten, duizeligheid, flauwvallen, misselijkheid en soms zelfs doodsangst.
Deze aanvallen zijn vaak zo beangstigend dat er een angst voor de aanvallen zelf ontstaat. Vaak ontwikkelt zich ook een specifieke angst voor drukke situaties.
Kinderen met een separatieangststoornis zijn bang om dierbaren te verliezen of niet langer bij hun ouders te kunnen zijn.
Ze hebben vaak last van heimwee en maken zich grote zorgen over de veiligheid en gezondheid van hun ouders.
Deze kinderen vermijden situaties waarin ze van hun ouders gescheiden zijn, gaan liever niet naar school of schoolkamp en houden niet van logeerpartijtjes.
Kinderen met sociale fobie, ook wel bekend als sociale angststoornis, ervaren aanhoudende angst om tekort te schieten in sociale situaties.
Ze kunnen fysieke symptomen ervaren zoals hartkloppingen, trillingen, zweten, blozen, diarree en soms zelfs paniekaanvallen wanneer ze in contact zijn met anderen of bij het geven van een spreekbeurt.
Kinderen met sociale angststoornis vermijden daarom vaak sociale situaties met leeftijdsgenoten.
Na een zeer stressvolle gebeurtenis kunnen kinderen posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontwikkelen. Dit kan bijvoorbeeld optreden na lichamelijk of seksueel misbruik, het slachtoffer of getuige zijn van geweld, of het ervaren van een natuurramp of oorlogsgeweld.
Jongeren met PTSS hebben last van herbeleving van de traumatische gebeurtenis en proberen situaties te vermijden die daaraan herinneren.
Liefs Sandra Lagerweij
Als je vragen hebt of hulp nodig hebt
Foto: Art by Demilo